Het Riziv introduceerde recent een nieuwe procedure om digitale gezondheidsoplossingen in België een boost te geven. Die vernieuwde aanpak is een stap in de goede richting en onderstreept de ambitie van de federale overheid om (digitale) innovatie in onze zorg te stimuleren.
Tezelfdertijd blijf ik ook bezorgd, als Belgische burger en als ondernemer.
Ons land zet zeker positieve stappen, maar zoomen we uit, dan zien we dat andere landen meer en grotere stappen nemen. Tellen we daar de complexiteit van ons zorglandschap met de bijhorende onzekerheid voor bedrijven bij, dan wordt het duidelijk dat innovatie hier trager dreigt door te stromen naar patiënten en zorgverleners dan elders.
3 versus 18
Neem nu Frankrijk.
De fasttrackprocedure die onze zuiderburen introduceerde voor digitale medische technologieën beslaat 3 maanden. Anders gezegd: een bedrijf weet binnen de 3 maanden na het indienen van een aanvraag of het tijdelijke financiering krijgt voor een toepassing of niet.
Ter vergelijking: bij ons is dat 18 maanden. En ja, dan spreken we over de nieuwe, verbeterde procedure…
Die erg lange doorlooptijd brengt veel onzekerheid met zich mee voor ondernemers en bedrijven. Start- en scale-ups beschikken bovendien vaak niet over de bandbreedte om in verschillende landen een aanvraag tot (tijdelijke) terugbetaling in te dienen.
Is het wel de moeite om een aanvraag in te dienen in België? Steeds meer bedrijven vragen zich dat af, ook Belgische...
Dus dringt zich de vraag op: dienen we überhaupt een dossier in België in of focussen we op andere landen? En vergis jullie niet, ook steeds meer Belgische start- en scale-ups stellen zich die vraag.
Bijsturen kan (nog even)
Positief is dat heel wat landen pas recent een actief beleid rond digitale medische technologieën zijn beginnen voeren. We staan met andere woorden aan het begin, wat maakt dat bijsturen nog kan.
Veel tijd is er evenwel niet.
Internationaal is quasi iedereen het er intussen over eens dat we digital medtech nodig hebben om de kwaliteit en patiëntgerichtheid van zorg te garanderen, om de druk op zorgsystemen te verlichten en om stappen vooruit te zetten op het vlak van preventie.
Strategische keuzes
Heel wat landen maken dan ook de strategische keuze om van digitale medische technologieën een beleidsprioriteit te maken. Dat vertaalt zich onder andere in snelle procedures voor de evaluatie en implementatie en in extra budgetten.
Beeld je nu dat je een bedrijf bent dat een nieuwe digitale medische technologie wil introduceren. Op welk(e) land(en) zal je je eerst focussen? Juist…
Ik richt me graag tot alle beleidsmakers in ons land. Kijk bij het ontwikkelen en uitrollen van een beleid voor digital medtech ook naar ándere landen.
Terwijl wij voorzichtige stapjes zetten, snellen andere landen weg op zevenmijlslaarzen
Aan het huidige tempo gaan we weliswaar vooruit, anderen snellen ons intussen wel voorbij. Schakelen we geen versnelling hoger, dan zullen we steeds meer waardevolle digitale medische technologieën zien opduiken in andere landen. (Ja, ook Belgische oplossingen.) En blijven onze patiënten en zorgverleners in de wachtzaal zitten.
A priori “ja”
Als Belgische burger en ondernemer wil ik pleiten voor een resoluut andere houding ten opzichte van digital medtech.
Zijn er goede argumenten zijn om een nieuwe (digitale) gezondheidsoplossing te omarmen? Laat ons er dan a priori “ja” tegen zeggen en vervolgens bekijken hoe we ze veilig en snel tot bij patiënten en zorgverleners krijgen. In plaats van steeds te vertrekken van een negatieve houding waarmee we, al dan niet intentioneel, het status quo in stand houden.
Met het status quo is onze gezondheidszorg geen lang leven meer beschoren. Wat we nodig hebben is een positieve, proactieve aanpak die innovatie stimuleert. Vandaag, niet binnen 18 maanden.
Over de auteur
Hans Danneels is mede-oprichter en co-CEO van Byteflies, een Belgisch bedrijf dat “remote patient monitoring”-oplossingen aanbiedt aan ziekenhuizen en patiënten.
